V&A: Zo helpen we sterk vervuilende bedrijven hun emissie te verlagen
Een goed klimaatbeleid is zakelijk gezien een must, en daarom is het zo belangrijk dat we actief betrokken zijn bij het beleid van de bedrijven waarin we beleggen.
Autheurs
Volgens onderzoek van McKinsey & Co is de mijnbouw is verantwoordelijk voor 4-7% van de wereldwijde broeikasgasuitstoot.
Andere schadelijke effecten van mijnbouw zijn ontbossing, verontreiniging van de bodem, stromen en waterrrijke gebieden, een groot beslag op watervoorraden, gezondheidsrisico's en andere gevolgen voor mensen en gemeenschappen.
Aan de andere kant zijn mineralen zoals lithium, kobalt, nikkel en koper onmisbaar voor de transitie naar netto-nul. Het zijn namelijk componenten van allerlei groene energie-oplossingen, zoals windturbines en batterijen voor elektrische auto's.
In deze V&A bespreken we de risico's en kansen voor de metaal- en mijnbouwsector in de race naar netto-nul en hoe we met zulke sterk vervuilende bedrijven samenwerken.
Moeten we blijven beleggen in mijnbouw, ook al is de sector een grote uitstoter van broeikasgassen?
Kimberley Lewis: “Een paar jaar geleden ging de discussie vaak over desinvesteren versus engagement, maar we weten intussen dat het niet zo zwart-wit is. Wij vinden dat we deze bedrijven, door in ze te blijven beleggen met actief engagement, tot duurzame verandering kunnen bewegen en hun waarde kunnen verhogen. Het is onze taak onze beleggingen actief te beheren om te zorgen dat het kapitaal van onze klanten wordt beschermd en op verantwoorde manier wordt ingezet.”
Op wat voor problemen stuiten metaal- en mijnbouwbedrijven die hun CO2-uitstoot willen beperken?
Carol Storey (CS): “Het afgelopen jaar zijn we met een aantal bedrijven op onze prioriteitenlijst aan de slag gegaan met het onderwerp klimaatverandering. Een daarvan had al een aantal activiteiten in kaart gebracht die lastig CO2-armer te maken waren.
Een voorbeeld was zijn aluminiumproductie, waarvoor zeer hoge temperaturen moeten worden opgewekt wat extreem energie-intensief is. Sommige van deze fabrieken staan nu op plekken die geen toegang hebben tot hernieuwbare energiebronnen. Een andere activiteit van het bedrijf was de winning van metallurgische kolen (nodig voor de productie van staal).”
Welke kansen zijn er in deze sector?
CS: “Tegelijkertijd lagen er voor dit bedrijf enorme kansen in transitiemetalen zoals koper, nikkel en zilver, die nodig zijn voor de productie van windturbines, zonnepanelen, elektromotoren en batterijen.
We wilden niet dat het bedrijf simpelweg bedrijfsonderdelen zou afstoten om de netto-nul doelen te halen. Het is namelijk onwaarschijnlijk dat dit in de praktijk tot emissiereductie leidt. Bovendien wilden we dat het bedrijf de werknemers en lokale gemeenschappen ondersteunt die nadelige gevolgen van zijn transitie naar netto-nul ondervinden.”
Hoe heeft u het dialoogtraject in 2022 aangepakt?
CS: “Ons voornaamste doel was het bedrijf te helpen emissiereductieplannen te maken voor het lastigste deel van zijn activiteiten. Als investeerders moeten we erkennen dat dit tijd kost.
In de loop van 2022 voerden we een aantal gesprekken met het bedrijf, vooruitlopend op een ‘Say on Climate’-stemming over zijn transitieplan. Bij zo'n stemming vraagt de directie van een onderneming de aandeelhouders om steun voor zijn klimaattransitieplan.
We spraken met verschillende vertegenwoordigers van het bedrijf, zoals de bestuursvoorzitter en de CEO, maar ook met de duurzaamheids- en investor relations teams.
Hun informatieverschaffing was al vrij goed, maar het is een moeilijker te verduurzamen sector. Daarom wilden we een ‘best-in-class’ transitieplan zien dat de voornaamste knelpunten voor het bedrijf aanpakt en aantoont dat het al het mogelijke doet om CO2-armer te worden.
Vooruitlopend op de stemming gaven we gedetailleerde feedback op basis van onze opvattingen over goede praktijken voor transitieplannen, en wezen we gebieden aan waarop het bedrijf zijn netto-nul ambitie kon ophogen. Verder wilden we meer inzicht krijgen in de investeringsplannen, de doelen voor de scope 3 emissies (waardeketen), en de interactie van het bedrijf met overheden en zakenpartners om toegang tot hernieuwbare energie en CO2-arme brandstoffen te krijgen.”
Wat was het resultaat?
CS: ”Kort voor de stemming publiceerde het bedrijf zijn complete transitieplan. We waren blij ze dat de informatieverstrekking hadden verbeterd op de manier die we hadden besproken, en zijn netto-nul doelen uitgebreid naar scope 3 emissies. Ook ging het verder dan verwacht door te beloven te stoppen met de ontwikkeling van of investering in nieuwe metallurgische steenkoolprojecten. We stemden vóór de Say on Climate resolutie van het management.
Tijdens het hele engagement-traject heeft de leiding van het bedrijf laten zien dat het klimaatrisico op het hoogste niveau wordt meegewogen in de strategische besluitvorming.
Wat we vooral indrukwekkend vonden bij dit bedrijf, was hoe scenario-analyse is gebruikt om de meest risicovolle activiteiten in kaart te brengen; dat was een belangrijke informatiebron voor ‘just transition’-plannen die het ontwikkelde om de mogelijke nadelige gevolgen van de transitie voor werknemers en lokale gemeenschappen te beperken.”
Autheurs
Topics